Deze informatiepagina beschrijft de achtergrond van het Verdrag van Lissabon en geeft uitleg over een aantal belangrijke bepalingen van het Verdrag. Het doel is om de historische context weer te geven waarin dit laatste fundamentele EU-verdrag uit eerdere teksten tot stand kwam. De specifieke bepalingen (met verwijzingen naar de artikelen) en hun implicaties voor het EU-beleid worden nader beschreven in factsheets over specifieke onderwerpen en beleidsterreinen.
Basis legaal
Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (PB C 306 van 17.12.2007); in werking getreden op 1 december 2009.
Geschiedenis
HijVerdrag van Lissabonbegon eind 2001 als een constitutioneel project (Verklaring van de Europese Raad over de toekomst van de Europese Unie of Verklaring van Laken), dat in 2002 en 2003 verder werd ontwikkeld door de Europese Conventie, die het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa aannam (de Grondwettelijk Verdrag Verdrag) opgesteld (1.1.4). Het proces dat leidde tot het Verdrag van Lissabon was het resultaat van de negatieve uitslag van twee referenda over het Grondwettelijk Verdrag in mei en juni 2005, waarna de Europese Raad besloot een "bezinningsperiode" van twee jaar in te voeren. Op basis van de Verklaring van Berlijn van maart 2007 keurde de Europese Raad van 21 en 23 juni van dat jaar uiteindelijk een gedetailleerd mandaat goed voor een Intergouvernementele Conferentie (IGC) tijdens het Portugese voorzitterschap. De Intergouvernementele Conferentie beëindigde haar werkzaamheden in oktober 2007. Het Verdrag werd op 13 december 2007 tijdens de Europese Raad van Lissabon ondertekend en door alle lidstaten geratificeerd.
Tevreden
A.Doeleinden en rechtsbeginselen
Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap heet nu het "Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie" (VWEU) en het woord "Gemeenschap" is in de hele tekst vervangen door "Unie". De Unie vervangt de Gemeenschap en is haar rechtsopvolger. Het Verdrag van Lissabon creëert geen officiële symbolen van de Unie, zoals een vlag of een volkslied. Hoewel de nieuwe tekst niet langer de naam van een grondwettelijk verdrag draagt, behoudt hij de meeste van zijn belangrijkste verworvenheden.
Het Verdrag van Lissabon draagt geen nieuwe exclusieve bevoegdheden over aan de Unie, maar verandert de manier waarop de Unie haar bestaande bevoegdheden uitoefent en een reeks nieuwe (gedeelde) bevoegdheden. Dit gebeurt door de participatie en bescherming van de burger te versterken, een nieuw institutioneel kader op te zetten en het besluitvormingsproces aan te passen met het oog op meer efficiëntie en transparantie. Hierdoor worden ook de parlementaire controle en de democratische verantwoording versterkt.
In tegenstelling tot het Grondwettelijk Verdrag bevat het Verdrag van Lissabon geen artikel waarin formeel wordt vastgelegd dat het recht van de Unie prevaleert boven het recht van de lidstaten. Daartoe is echter een verklaring (Verklaring nr. 17) aan het Verdrag gehecht waarin wordt verwezen naar een advies van de Juridische Dienst van de Raad betreffende de vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie.
Het Verdrag van Lissabon verduidelijkt voor het eerst de bevoegdheden van de Unie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten bevoegdheden: exclusieve bevoegdheden, waarbij alleen de Unie wetgeving kan aannemen, die vervolgens door de lidstaten wordt uitgevoerd; gedeelde bevoegdheden, waarbij de lidstaten juridisch bindende handelingen kunnen vaststellen wanneer de Unie dit niet doet; en ondersteunende bevoegdheden, waar de EU actie onderneemt om het beleid van de lidstaten te ondersteunen of aan te vullen. Voortaan kunnen de bevoegdheden van de Unie na een herziening van het Verdrag worden teruggegeven aan de lidstaten.
Het Verdrag van Lissabon geeft de EU volledige rechtspersoonlijkheid. Dit geeft de Unie de mogelijkheid internationale verdragen te sluiten op de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen en zich aan te sluiten bij internationale organisaties. De lidstaten kunnen alleen internationale overeenkomsten ondertekenen die verenigbaar zijn met het EU-recht.
Het Verdrag voorziet voor het eerst in een formele procedure voor lidstaten die de Unie wensen te verlaten in overeenstemming met hun grondwettelijke bepalingen. Deze formele procedure is vastgelegd in artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).
Het Verdrag van Lissabon omvat in de eerste pijler de resterende aspecten van de derde pijler van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (ELSJ), namelijk politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid zijn niet langer een kwestie van intergouvernementeel beleid, aangezien wetgevingshandelingen op dit gebied nu worden aangenomen via de gewone wetgevingsprocedure (gekwalificeerde meerderheid en medebeslissing) en via de rechtsinstrumenten van de communautaire methode (verordeningen, richtlijnen en besluiten). , tenzij anders besloten.
Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon kan het Parlement nu ook wijzigingen op het Verdrag voorstellen, zoals voorheen de Raad, de regeringen van de lidstaten en de Commissie. Een dergelijke wijziging vereist normaliter de bijeenroeping van een Conventie, die amendementen aanbeveelt voor bespreking tijdens een IGC (de Europese Raad kan echter, na goedkeuring van het Europees Parlement, besluiten deze Conventie niet bijeen te roepen (artikel 48, lid 3, tweede alinea , TER)). Vervolgens kan een IGC worden bijeengeroepen om in onderlinge overeenstemming de aan de Verdragen aan te brengen wijzigingen vast te stellen. Het is echter ook mogelijk om de Verdragen te herzien zonder de IGC, met behulp van vereenvoudigde procedures. Dit is alleen van toepassing wanneer de toetsing betrekking heeft op intern beleid en optreden van de Unie (artikel 48, leden 6 en 7 VEU). De herziening wordt vervolgens aangenomen als een besluit van de Europese Raad en doet geen afbreuk aan de nationale ratificatieregels.
B.Meer democratie en betere bescherming van grondrechten
Het Verdrag van Lissabon verwijst naar de drie grondbeginselen van democratische gelijkheid, representatieve democratie en participatieve democratie. Onder dit laatste beginsel valt onder meer de nieuwe mogelijkheid van burgerinitiatief (4.1.5).
Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is niet rechtstreeks opgenomen in het Verdrag van Lissabon, maar krijgt bindende rechtskracht door artikel 6 VEU, lid 1, dat het Handvest dezelfde juridische waarde geeft als de Verdragen (4.1.2).
De inwerkingtreding van het veertiende protocol van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) op 1 juni 2010 maakte de weg vrij voor EU-lidmaatschap. Sindsdien hebben niet alleen landen, maar ook internationale organisaties zoals de Europese Unie de mogelijkheid gehad om het EVRM te ondertekenen. Om toegang te krijgen, moeten alle ondertekenende landen, evenals de EU zelf, echter ook het EVRM ratificeren. Onderhandelingen tussen de Raad van Europa en vertegenwoordigers van de EU leidden in april 2013 tot de afronding van een ontwerpovereenkomst. Het Hof van Justitie van de Europese Unie verklaarde inadvies 2/2013[1]beschouw dit project in overeenstemming met artikel 6 VEU. Daarom zijn nieuwe onderhandelingen nodig om toetreding mogelijk te maken.
C.Een nieuwe institutionele setting
1.het europees parlement
Krachtens artikel 14, lid 2, van het VEU is het Parlement nu "samengesteld uit vertegenwoordigers van de burgers van de Unie", en niet uit vertegenwoordigers van "de volkeren van de staten".
De wetgevende bevoegdheden van het Parlement zijn uitgebreid met de invoering van de "gewone wetgevingsprocedure", die de medebeslissingsprocedure vervangt. De gewone wetgevingsprocedure is nu van toepassing op meer dan 40 nieuwe beleidsterreinen, waarmee dat aantal op 73 komt. De instemmingsprocedure blijft de “goedkeuringsprocedure” heten en de raadplegingsprocedure blijft ongewijzigd. De nieuwe begrotingsprocedure garandeert volledige pariteit tussen het Parlement en de Raad bij de goedkeuring van de jaarlijkse begroting. Het meerjarig financieel kader moet door het Parlement worden goedgekeurd.
Het Parlement kiest de voorzitter van de Commissie bij meerderheid van stemmen en op aanbeveling van de Europese Raad, die een kandidaat moet selecteren met gekwalificeerde meerderheid, rekening houdend met de uitslag van de Europese verkiezingen. Het Parlement blijft ook zijn goedkeuring geven aan de Commissie als college.
Het maximale aantal afgevaardigden is vastgesteld op 751, waarbij de bevolking in aflopende volgorde wordt weergegeven. Het maximum aantal zetels per lidstaat wordt teruggebracht tot 96 en het minimum aantal zetels wordt verhoogd tot 6. Op 7 februari 2018 stemde het Parlement voor een voorstel om het aantal zetels te verminderen van 751 tot 705 nadat het VK de EU en een deel van de vacante zetels herverdeeld over lidstaten die licht ondervertegenwoordigd waren[2](1.3.3).
Het Verenigd Koninkrijk heeft op 1 februari 2020 de EU verlaten. Vanaf die datum geldt de nieuwe samenstelling van 705 Europarlementsleden. Van de 73 zetels die vrijkwamen door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk, werden er 27 herverdeeld om beter te voldoen aan het principe van degressieve evenredigheid: Frankrijk (+5), Spanje (+5), Italië (+3), Nederland (+3), Ierland (+2), Zweden (+1), Oostenrijk (+1), Denemarken (+1), Finland (+1), Slowakije (+1), Kroatië (+1), Estland (+1), Polen ( +1) en Roemenië (+1). Geen enkele lidstaat heeft zetels verloren.
2.de europese raad
Het Verdrag van Lissabon erkent formeel de Europese Raad als een EU-instelling. De missie van de Europese Raad is "de noodzakelijke impuls te geven aan de ontwikkeling van de Unie" en "algemene politieke richtsnoeren en prioriteiten vast te stellen". De Europese Raad heeft geen wetgevende functie. In plaats van het voormalige voorzitterschapssysteem dat om de zes maanden rouleerde, heeft de Europese Raad nu een permanente voorzitter. De voorzitter wordt door de Europese Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen gekozen voor een hernieuwbare termijn van twee en een half jaar. Dit systeem moet de continuïteit bevorderen en de werking van de Europese Raad efficiënter maken. De voorzitter waarborgt ook de externe vertegenwoordiging van de Unie, onverminderd de bevoegdheden van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (zie hieronder).
3.De vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV)
De VV/HV wordt benoemd door de Europese Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, met instemming van de voorzitter van de Commissie. De VV/HV is verantwoordelijk voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) van de Unie en is bevoegd om voorstellen in te dienen met betrekking tot dit beleid. De VV/HV is niet alleen voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken, maar ook vicevoorzitter van de Commissie. De VV/HV wordt bijgestaan door de Europese Dienst voor extern optreden, bestaande uit personeel van de Raad, de Commissie en nationale diplomatieke diensten.
4.de bijeenkomst
In het Verdrag van Lissabon werd de regel van stemmen met dubbele meerderheid (burgers en lidstaten) gehandhaafd. De vorige stemprocedure bleef echter van toepassing tot november 2014. De nieuwe regels zijn van kracht vanaf 1 november 2014.
Een gekwalificeerde meerderheid wordt bereikt wanneer een voorstel de steun krijgt van ten minste 55% van de leden van de Raad (in de praktijk 15 van de 27 lidstaten), wat overeenkomt met ten minste 65% van de EU-bevolking (artikel 16, 4 van de TUE). Wanneer de Raad geen besluit neemt op voorstel van de Commissie of de VV/HV, is een meerderheid van meer dan 72% van de lidstaten vereist (artikel 238, lid 2 VWEU). Om wetgeving te blokkeren, moeten ten minste vier lidstaten tegen een voorstel stemmen. Onder een nieuw regime, geïnspireerd door het "Ioannina-compromis", kan 55% (75% op 1 april 2017) van de bevolking of van verschillende lidstaten optreden als een blokkerende minderheid en "binnen een redelijke tijd" een voorstel aanvragen (Verklaring nr. 7).
De Raad beraadslaagt en stemt in openbare zitting over een ontwerp van wetgevingshandeling. Daartoe wordt elke bestuursvergadering in twee delen gesplitst. Het ene deel gaat over wetgevingshandelingen van de Unie, het andere over niet-wetgevende activiteiten. De Raad wordt nog steeds om de zes maanden voorgezeten door een andere lidstaat, maar om de werkcontinuïteit te verbeteren, wordt de Raad voor een periode van 18 maanden voorgezeten door groepen van drie lidstaten. Een uitzondering vormt de Council on Foreign Relations, permanent voorgezeten door de VV/HV.
5.de Europese Commissie
Nu de voorzitter van de Commissie wordt gekozen en benoemd op basis van de uitslag van de Europese verkiezingen, neemt de politieke legitimiteit van de post toe. De voorzitter is verantwoordelijk voor de interne organisatie van het college (benoeming van commissarissen, portefeuilleverdeling, benoeming van commissarissen voor ontslag in bijzondere omstandigheden).
6.Het Hof van Justitie van de Europese Unie
Met uitzondering van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) vallen alle activiteiten van de Unie nu onder de bevoegdheid van het Hof. De toegang van mensen tot het Hof wordt vergemakkelijkt.
D.Effectievere en democratischere beleidsvorming met nieuwe beleidsterreinen en bevoegdheden
Door middel van verschillende zogenaamde "overbruggingsclausules" kan de Raad besluiten om over te gaan van eenparigheid van stemmen naar stemming met gekwalificeerde meerderheid, of van een bijzondere wetgevingsprocedure naar een gewone procedure (artikel 31, lid 3, VEU en artikel 81, lid 2, VEU). , 153º, 192º, 312 en 333 van het VWEU, plus enkele clausules die lijken op overbruggingsclausules op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken) (1.2.4). In zijn State of the Union-toespraak van 2017 kondigde Commissievoorzitter Juncker initiatieven aan om af te stappen van de unanimiteitsregel door middel van overbruggingsclausules op verschillende gebieden. Als follow-up heeft de Commissie vier mededelingen aangenomen waarin op het gebied van het GBVB (2018) wordt voorgesteld[3],fiscaal beleid(januari 2019)[4],energie en klimaat(april 2019)[5]emsociaal beleid(april 2019)[6]meer gebruik van stemmen met gekwalificeerde meerderheid in plaats van unanimiteit. Deze mededelingen hebben tot doel de besluitvorming sneller, flexibeler en efficiënter te maken daar waar de EU al bevoegd is.
Op gebieden waar de Unie geen exclusieve bevoegdheid heeft, kunnen de lidstaten (minstens negen) besluiten nauwer met elkaar samen te werken. Hiervoor is eerst de goedkeuring van het Parlement en vervolgens de goedkeuring van de Raad vereist. GBVB-kwesties vereisen unanimiteit.
Het Verdrag van Lissabon versterkt het subsidiariteitsbeginsel aanzienlijk door de nationale parlementen te betrekken bij de besluitvorming op EU-niveau (1.2.2) (1.3.5).
Sommige nieuwe beleidsterreinen werden geïntroduceerd en andere werden uitgebreid. Milieubeleid omvat nu ook de strijd tegen klimaatverandering. In het energiebeleid wordt voor het eerst gesproken over solidariteit tussen de lidstaten en over zekerheid en onderlinge koppeling van de energievoorziening. Daarnaast zullen ook intellectuele eigendomsrechten, sport, ruimtevaart, toerisme, civiele bescherming en administratieve samenwerking onder het EU-recht vallen.
In het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) (5.1.2), introduceert het Verdrag van Lissabon een clausule inzake wederzijdse verdediging waarin lidstaten zich ertoe verbinden hulp en bijstand te verlenen aan een lidstaat die op zijn eigen grondgebied wordt aangevallen. Krachtens een solidariteitsclausule moeten de Unie en elk van haar lidstaten, met gebruikmaking van alle instrumenten waarover zij beschikken, bijstand verlenen aan een lidstaat die wordt getroffen door een natuurramp of een terroristische aanslag. "Permanente gestructureerde samenwerking" staat open voor alle lidstaten die zich ertoe verbinden deel te nemen aan programma's voor militaire uitrusting en gevechtseenheden ter beschikking stellen die onmiddellijk kunnen worden ingezet. Voor dergelijke samenwerking is een gekwalificeerde meerderheid in de Raad vereist, na overleg met de VV/HV.
Papel do Parlamento Europeu
ver1.1.4voor de bijdragen van het Parlement aan de Europese Conventie en voor zijn deelname aan eerdere intergouvernementele conferenties. Op de Intergouvernementele Conferentie van 2007 onder Portugees voorzitterschap, die leidde tot de ondertekening van het Verdrag van Lissabon, had het Parlement voor het eerst drie vertegenwoordigers.
Bijna tien jaar na de ondertekening van het Verdrag van Lissabon erkende het Parlement dat verschillende bepalingen niet ten volle waren benut. Daarom heeft het parlement op 16 februari 2017 eenresolutie over het verbeteren van de werking van de Europese Unie, gebruikmakend van het potentieel van het Verdrag van Lissabon[7], waarin verschillende aanbevelingen worden gedaan om dit potentieel te ontsluiten en te benutten, zodat de Unie beter kan reageren op de mondiale uitdagingen van vandaag.
Op dezelfde dag keurde het Parlement ook eenresolutie over mogelijke ontwikkelingen en aanpassingen in de huidige institutionele structuur van de Europese Unie[8], met concrete voorstellen voor hervorming van het Verdrag.
De EU heeft onlangs met een aantal crises te maken gehad, met name in verband met de brexit, de rechtsstaat, het meerjarig financieel kader en COVID-19. Het beheer van deze crises heeft eens te meer de tekortkomingen van het huidige bestuurssysteem aan het licht gebracht, en het gebrek aan efficiëntie in de besluitvorming heeft bijgedragen tot de afname van de publieke steun voor het Europese project. Als antwoord op deze uitdagingen hebben de EU-instellingen de Conferentie over de toekomst van Europa gelanceerd, met als doel de EU te vernieuwen en de integratie nieuw leven in te blazen. Zoals de Commissie constitutionele zaken van het Europees Parlement benadrukte, zou de conferentie een innovatief proces kunnen zijn "dat leidt tot voorstellen voor concrete institutionele en constitutionele hervormingen om de Europese Unie sterker, democratischer, efficiënter en transparanter te maken, met een groter handelingsvermogen en het algemeen belang dienen.”[9].
[1]Advies 2/13 van het Hof (volledig) van 18 december 2014, ECLI:EU:C:2014:2454.
[2]Resolutie van het Europees Parlement van 7 februari 2018 over de samenstelling van het Europees Parlement (PB C 463 van 21.12.2018, blz. 83).
[3]Mededeling van de Commissie van 12 september 2018 getiteld "Een sterkere mondiale rol: efficiëntere besluitvorming voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU" (COM(2018)0647).
[4]Mededeling van de Commissie van 15 januari 2019 getiteld "Naar een efficiëntere en democratischere besluitvorming in het belastingbeleid van de EU" (COM(2019)0008).
[5]Mededeling van de Commissie van 9 april 2019 getiteld "Naar een efficiëntere en democratischere besluitvorming voor het energie- en klimaatbeleid van de EU" (COM(2019)0177).
[6]Mededeling van de Commissie van 16 april 2019 getiteld "De besluitvorming op het gebied van sociaal beleid efficiënter maken: gebieden identificeren waarop kan worden overgegaan tot besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid" (COM(2019)0186).
[7]Resolutie van het Europees Parlement van 16 februari 2017 over het verbeteren van de werking van de Europese Unie door gebruik te maken van het potentieel van het Verdrag van Lissabon (PB nr. 252 van 18.7.2018, blz. 215).
[8]Resolutie van het Europees Parlement van 16 februari 2017 over mogelijke ontwikkelingen en aanpassingen in het huidige institutionele kader van de Europese Unie (PBC252, 18.7.2018, p. 201).
[9]Commissie constitutionele zaken van het Europees Parlement, advies van 10 december 2019 over de conferentie over de toekomst van Europa, overweging G.
Eva Pavy
FAQs
Wat staat er in het Verdrag van Lissabon? ›
Het Verdrag van Lissabon maakt de EU democratischer
Het Europees Parlement krijgt veel meer invloed: op het gebied van landbouw, structuurfondsen, handelsbeleid en deels voor justitie, migratie en politiezaken heeft het Europees Parlement medebeslissingsbevoegdheid gekregen.
Een lid van het Europees Parlement stelt in het kader van een parlementaire commissie een verslag op over een voorstel voor een wetgevingsbesluit, dat werd ingediend door de Europese Commissie, die als enige het initiatiefrecht op wetgevingsgebied bezit.
Welke instelling vormt samen met het Europees Parlement de wetgevende macht? ›Het Europees Parlement vormt, samen met de Raad van de Europese Unie, de wetgevende macht van de EU. Het wordt om de vijf jaar rechtstreeks gekozen door de stemgerechtigden in de EU. De laatste verkiezingen werden in mei 2019 gehouden.
Wat zijn de taken van de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement? ›In de Raad van de EU, ook wel kortweg "de Raad", komen ministers uit alle EU-landen bij elkaar om wetsvoorstellen te bespreken, te wijzigen en goed te keuren, en het beleid te coördineren. De in de Raad gemaakte afspraken zijn bindend voor de nationale regeringen.
Welke drie belangrijkste Europese verdragen zijn er? ›- Verdrag van Lissabon. ...
- Verdrag van Nice. ...
- Verdrag van Amsterdam. ...
- Verdrag betreffende de Europese Unie - Verdrag van Maastricht. ...
- Europese Akte. ...
- Fusieverdrag - Verdrag van Brussel. ...
- Verdragen van Rome: het EEG-verdrag en het EURATOM-verdrag.
Ratificatie is het bekrachtigen van (partij worden bij) een internationaal verdrag. In het algemeen wordt over de tekst van verdragen onderhandeld door regeringsvertegenwoordigers (diplomaten), waarna de regering het verdrag ondertekent. Vervolgens besluit het parlement over ratificatie.
Waar beslist het Europees Parlement over? ›Het Europees Parlement beslist over de EU-wetgeving - waaronder de Europese meerjarenbegroting - samen met de Raad van de Europese Unie (regeringen van EU-lidstaten). Het Parlement kan ook de adere instellingen, zoals de Europese Commissie, ter verantwoording roepen.
Wie is de baas van het Europees Parlement? ›Sinds 18 januari 2022 is de Maltese christendemocrate Roberta Metsola voorzitter van het Europees Parlement.
Wie controleert het Europees Parlement? ›Het Europees Parlement heeft het recht om de Europese Commissie goed of af te keuren. Sinds 1994 moeten kandidaat-commissarissen voor een hoorzitting in het Europees Parlement verschijnen.
Is het parlement de wetgevende macht? ›Het parlement (ook wel Staten-Generaal) controleert het beleid van de regering (de Koning en de ministers). Ook heeft het parlement een wetgevende functie. Een wet gaat pas in als de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen.
Welke twee machten vervult het parlement? ›
De uitvoerende macht mag alleen zaken uitvoeren die in de wet staan. Het parlement controleert de regering. Als de regering haar werk niet goed doet, dan kan het parlement de regering ten val brengen.
Wat doet het Europees Parlement en waarom? ›Het Europees Parlement oefent de democratische controle uit op de Europese instellingen en deelt met de Raad de wetgevende macht en de volledige begrotingsbevoegdheid. De leden van het Europees Parlement worden door middel van rechtstreekse, vrije en geheime algemene verkiezingen voor een periode van vijf jaar gekozen.
Wat is het verschil tussen de Europese Raad en de Raad van de Europese Unie? ›De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders van de 27 lidstaten, de Raad van de Europese Unie uit de 'vakministers' van de 27 lidstaten. Tussen de Raad van Europa en de Europese Unie bestaat een nauwe samenwerking op het gebied van mensenrechten, rechtsstaat en democratie.
Wie keurt wetten goed in de EU? ›Het overgrote deel van de EU-wetgeving wordt door het Europees Parlement en de Raad samen goedgekeurd. In specifieke gevallen mag een EU-instelling alleen een wetsvoorstel goedkeuren. De nationale parlementen van de EU-landen worden geraadpleegd over de wetsvoorstellen van de Commissie.
Wat is het verschil tussen de Europese Raad en de Raad van Europa en de Raad? ›De Raad van de EU is niet hetzelfde als de Europese Raad, bestaande uit de staatshoofden en regeringsleiders. Deze Europese Raad heeft geen wetgevende taak, maar stelt de algemene politieke beleidslijnen van de Europese Unie vast.
Hoe heet het Verdrag van de EU? ›Het meest recente verdrag is het Verdrag van Lissabon. Het doel van dit verdrag is beslissingen in de EU efficiënter en democratischer te maken.
Wat is het verschil tussen de Europese Commissie en het Europees Parlement? ›De Raad van de Europese Unie vertegenwoordigt de regeringen van de lidstaten, het Europees Parlement de Europese burgers en de Europese Commissie moet het Europees belang behartigen. De Europese Commissie is de enige instelling die wetsvoorstellen mag doen.
Welk Verdrag ligt ten grondslag aan de Europese Unie? ›De Europese Grondwet was gedeeltelijk gebaseerd op de twee hoofdverdragen die nu ten grondslag liggen aan de Europese Unie: het Verdrag van Rome (1957) en het Verdrag van Maastricht (1992).
Welke 2 landen hebben het verdrag niet ondertekend? ›Het is ondertekend door 195 landen; de Verenigde Staten en Zuid-Sudan zijn de enige uitzonderingen.
Wie sluit een verdrag? ›De Koning sluit en bekrachtigt alle verdragen met vreemde Mogendheden. Tenzij de Koning zich de bevoegdheid tot het bekrachtigen van het verdrag bij de wet heeft voorbehouden, wordt een verdrag niet bekrachtigd, dan nadat het door de Staten-Generaal is goedgekeurd.
Hoe komt een verdrag tot stand? ›
Een verdrag komt tot stand wanneer alle partijen het in onderhandelingen eens zijn geworden over een verdragstekst.
Welke partij zit niet in het Europees Parlement? ›Fractie | Aangesloten partijen |
---|---|
niet-fractiegebonden leden | geen |
Derde legislatuur Dit is een lijst van de fracties in het Europees Parlement tijdens de legislatuur 1989-1994. | |
Fractie | Aangesloten partijen |
Partij van Europese Socialisten | Partij van Europese Socialisten |
Over 2019 heeft Nederland € 8,1 miljard betaald en € 2,6 miljard ontvangen, dus netto € 5,5 miljard bijgedragen. Volgens de boekhoudkundige definitie die Nederland hanteert is de netto EU-afdracht 0,67 % van het bruto nationaal inkomen (berekening Europese Commissie: 0,35 % bni).
Wat verdient een lid van het Europees Parlement? ›Volgens dit statuut bedraagt het bruto maandsalaris van de leden van het Europees Parlement op dit moment € 9.808,67 (per 1 juli 2022). Met aftrek van de Gemeenschapsbelasting en een bijdrage voor de ongevallenverzekering houden Europarlementariërs € 7.647,13 over (afgezien van nationale belasting).
Wie is de hoogste baas van de Europese Unie? ›Voorzitter van de Europese Commissie – Ursula von der Leyen
leidt de Commissie bij het uitvoeren van het EU-beleid. neemt deel aan vergaderingen van de G7. neemt deel aan de belangrijkste besprekingen in het Europees Parlement en onder EU-regeringen in de Raad van de Europese Unie.
Er waren voor Nederland in eerste instantie 26 zetels verkiesbaar, evenveel als bij de vorige verkiezingen in 2014. Na de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie op 31 januari 2020 werd de zetelverdeling gewijzigd. Aan Nederland werden drie zetels extra toegewezen.
Hoeveel landen zitten in het Europees Parlement? ›Sinds 1 februari 2020 telt het parlement 705 zetels, als gevolg van de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.
Welke land is de baas van Europa? ›Welk land is voorzitter van de Europese Unie (EU)?
Op dit moment is Zweden voorzitter van de Europese Unie (EU). Nederland was dit in de eerste helft van 2016. Het eerstvolgende Nederlandse voorzitterschap is in 2029.
De belangrijkste topfunctie in Europa is het voorzitterschap van de Europese Commissie. De voorzitter heeft veel macht en draagt samen met de lidstaten ook de overige Eurocommissarissen voor. Bovendien is het voorzitterschap van het Europees Parlement en de Europese Raad een gewilde functie binnen de Europese Unie.
Waarom Verdrag van Maastricht? ›Dit Europese verdrag vormde in 1993 de Europese Gemeenschap om tot Europese Unie. Het Verdrag (formeel: Verdrag betreffende de Europese Unie) legde verder de basis voor de Economische en Monetaire Unie (EMU) en van de invoering van een gemeenschappelijke munt (de euro).
Wie staat er boven de wet? ›
De koning vervult taken van staatkundige aard, zoals de ondertekening van wetten, het beëdigen van bewindslieden en commissarissen van de koning, en taken van ceremoniële aard, zoals het ontvangen van andere staatshoofden en buitenlandse ambassadeurs en het afleggen van staatsbezoeken.
Wat zijn de drie machten? ›De Nederlandse democratie bestaat uit drie machten: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht. Dit systeem is bedacht door de Franse filosoof Montesquieu, om te voorkomen dat iemand te veel macht krijgt.
Wat doet het parlement? ›Parlementsleden vertegenwoordigen het volk en vormen daardoor de spil tussen de samenleving (het volk) en het politiek systeem. Wetgevende functie. Het parlement is de wetgevende macht. In de werkelijkheid gaat dit vaak in overleg met de regering die vaak wetsvoorstellen doet.
Wie heeft de meeste macht in Nederland? ›Volgens de grondwet delen de Staten-Generaal en de regering (koning en ministerraad) samen de wetgevende macht. Daarnaast moet bij wetgeving advies gevraagd worden aan de Raad van State. De uitvoerende macht ligt bij de regering.
Wat zijn de 3 grondbeginselen? ›- machtenscheiding.
- grondrechten zijn vast gelegd in grondwet.
- legaliteitsbeginsel.
De Nederlandse staatsinrichting kent in principe een scheiding van de rechterlijke, uitvoerende, en wetgevende macht die elkaar controleren en zo de macht delen. Dit voorkomt dat de macht teveel gecentraliseerd wordt en beperkt het risico dat de democratische rechtsstaat wordt ingeperkt.
Is de Europese Unie een staat? ›De Europese Unie (EU) is een economische en politieke samenwerking van 27 Europese landen (lidstaten). Deze landen hebben de EU bevoegdheden gegeven om gemeenschappelijk Europees beleid te voeren.
Welke landen horen bij de Raad van Europa? ›De Raad van Europa is een organisatie waarvan alle Europese landen lid zijn, uitgezonderd Rusland, Belarus, Kazachstan en Vaticaanstad. Er zijn op dit moment 46 landen lid van de Raad. Bovendien hebben de Verenigde Staten, Canada, Mexico, Israël, Japan en Vaticaanstad de status van waarnemer.
Wie vertegenwoordigd Nederland in de Europese Raad? ›In de Europese Raad wordt Nederland vertegenwoordigd door de minister-president. Sinds 14 oktober 2010 is dat Mark Rutte i. De premier krijgt tijdens de Europese Raad assistentie van de minister van Buitenlandse Zaken, Wopke Hoekstra i (CDA).
Waarom moet Nederland zich aan het EU recht houden? ›Omdat Europa een veilig thuis is waar mensen in vrede kunnen leven. Om de Nederlandse belangen in de wereld te bevorderen en te beschermen. Omdat Nederland economisch sterk afhankelijk is van het vrije verkeer van goederen en kapitaal binnen de EU.
Wie bedenken De meeste wetten? ›
De regering én de Tweede Kamer kunnen allebei met een voorstel komen. Dat heet het recht van initiatief. Verreweg de meeste voorstellen (meer dan 90%) komen van de regering. Het kan een tijd duren voordat een nieuwe wet wordt aangenomen.
Wie bepaalt de wet? ›De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.
Wat is het doel van de trias politica? ›Het gaat hierbij om de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. Op deze manier zou niet één van deze machten de overhand kunnen krijgen. Het doel van Montesquieu was om tirannie te voorkomen en de vrijheid van de burger te vergroten.
Wie controleert Europese Raad? ›Het Europees Parlement controleert de EC bij de uitvoering van het beleid en de begroting. De Europese Rekenkamer (ERK) helpt het Europees parlement met zijn controlerende taak door de rechtmatigheid en de doelmatigheid- en doeltreffendheid van het EU-beleid te onderzoeken.
Waar staat Lissabon bekent om? ›Lissabon is bekend vanwege de fadomuziek. In de wijk Alfama zijn verschillende fadohuizen te vinden. Dit zijn kleine restaurantjes waarin traditionele fado ten gehore wordt gebracht. In de fadoliederen worden de wijken Alfama, Bairro Alto en Mouraria, maar ook Lissabon en Portugal veelvuldig bezongen.
Wat hield het Verdrag van Tordesillas van 1494 in? ›Het Verdrag van Tordesillas bepaalde dat alle niet-Europese gebieden ten westen van een bepaalde lijn – circa 480 km van de archipel Kaapverdië op 46 graden weterlengte – aan Castilië toekwamen. Alles ten oosten van de demarcatielijn zou voor Portugal zijn.
Wat staat in artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie? ›In artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie zijn bepalingen opgenomen als een lidstaat zich uit de Europese Unie wil terugtrekken. Deze bepaling is opgenomen bij de totstandkoming van het Verdrag van Lissabon; daarvoor was er niets geregeld over het uittreden uit de EU.
Wat is een artikel 7 procedure? ›De artikel 7-procedure
Het omvat twee mechanismen om de EU-waarden te beschermen: voor preventieve maatregelen, als er een duidelijk risico bestaat dat de EU-waarden worden geschonden en sancties, als een dergelijke schending al heeft plaatsgevonden.
Maar is Lissabon duur? Nee, Lissabon is niet duur. Het prijsniveau ligt op alle vlakken lager dan in Nederland. Op sommige vlakken (zoals transport) vind ik Lissabon zelfs enorm goedkoop.
Hoe wordt Lissabon ook wel genoemd? ›Lissabon wordt ook wel 'de witte stad' genoemd vanwege de zon die zo prachtig schijnt op de witte huizen van de stad.
Welke landen heeft Portugal veroverd? ›
Portugal heeft eerst verschillende bezetters gekend nl. de Romeinen, de Moren en de Spanjaarden. Nadien heeft Portugal zelf landen ontdekt en veroverd over de hele wereld nl. Brazilië, Indië, Angola, Kaapverdische eilanden, Mozambique; Vasco da Gama en Pedro Alvares Cabral zijn de meest bekende ontdekkingsreizigers.
Wie was de eerste Portugese ontdekkingsreiziger? ›...
Vasco da Gama | |
---|---|
Vasco da Gama, Portret van Gregorio Lopes (1490–1550) | |
Algemene informatie | |
Geboren | 1460 of 1469 Sines (Portugal) |
De ontdekkingsreizen begonnen met de Reconquista en werden gemotiveerd door de zoektocht naar alternatieve routes voor de handel in het Middellandse Zeegebied. Met de ontdekkingstochten luidden de Portugezen het tijdperk van de grote ontdekkingen in Europa in, dat duurde van de 15e tot de 17e eeuw.
Hoe heet het eerste Europese Verdrag? ›Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), ook wel het Verdrag van Parijs genoemd, is op 18 april 1951 ondertekend en op 23 juli 1952 in werking getreden. Het was de eerste keer dat zes Europese staten ermee instemden de weg van integratie te bewandelen.
Heeft de EU ook een artikel 5? ›1. De lidstaten coördineren hun economisch beleid binnen de Unie. Daartoe stelt de Raad maatregelen vast, met name globale richtsnoeren voor dat beleid.
Wat is de artikel 50 procedure? ›Artikel 50 beschrijft de procedure voor een lidstaat om de EU te verlaten. Het is aan het land in kwestie om zich terug te trekken "in overeenstemming met zijn eigen grondwettelijke bepalingen". Eenmaal geactiveerd, kunnen overeenkomstig artikel 50 twee jaar voor de onderhandelingen worden uitgetrokken.
Wat is artikel 41? ›1. Eenieder heeft er recht op dat zijn zaken onpartijdig, billijk en binnen een redelijke termijn door de instellingen, organen en instanties van de Unie worden behandeld.
Wat moet de EU doen als een lidstaat zich niet aan een Europese wet houdt? ›Als lidstaten Europese regels niet implementeren, of niet goed implementeren, of nationale wetten hebben die Europese regels tegenspreken, doen zij afbreuk aan dit principe. De inbreukprocedure moet ertoe leiden dat zo'n lidstaat Europese regelgeving alsnog goed en volledig toepast.
Welke bevoegdheid heeft de EU om te bepalen hoe de rechterlijke macht in de lidstaten er moet uit zien? ›Het Hof van Justitie ziet er verder op toe dat het EU-recht in alle lidstaten op dezelfde manier wordt toegepast. Het Hof oordeelt over overtredingen van Europese regels, en over het niet nakomen door lidstaten van gemaakte afspraken en verplichtingen die uit de Verdragen voortvloeien.