Lees hardop
Het Artiestenvergoedingenbeleid is tot stand gekomen door verschillende beeldende kunstorganisaties en -verenigingen in Nederland, waarvan de leden dagelijks met kunstenaarshonoraria te maken hebben. De richtlijnen zijn ontwikkeld op basis van praktijkonderzoek in opdracht van deBKNL. Met de verordening zet de branche zich gezamenlijk in voor professionelere inkoop en onderhandeling van niet-commerciële beurzen (hierna beurzen).
Het onderstaande beleid heeft tot doel kunstenaars te belonen voor hun werk in tentoonstellingen en andere presentaties, ongeacht de onkostenvergoeding. De gids is een gids voor kunstenaars, instellingen en musea. Iedereen die werkzaam is in de beeldende kunst, als kunstenaar, instelling, opdrachtgever of vertegenwoordiger van het bedrijfsleven, kan gebruik maken van het rekenmodel en de checklist van de handreiking. Hiervoor is een online rekenmachine ontwikkeld.
Deze rekenmachine doet de wiskundeMinimumVergoeding per kunstenaar per tentoonstelling, afhankelijk van de duur van de tentoonstelling, het aantal deelnemende kunstenaars en of er nieuw of bestaand werk wordt geëxposeerd. De rekenmachine berekent voor elke situatiede lagere waardewaarvan het redelijk is om in te ruilen.
politieke overwegingen
De Richtlijn Artiestenvergoedingen is tot stand gekomen met de volgende punten in het achterhoofd:
- Beeldende kunstenaars zijn de bron van beeldende kunst;
- Musea, podiuminstellingen en beeldend kunstenaars erkennen dat de huidige manier van betalen van beeldend kunstenaars vaak onvoldoende professioneel is en dat de onderhandelingspositie van kunstenaars zwak is;
- de Raad Sociale Economie en de Raad Cultuur komen tot de conclusie dat de inkomenssituatie van werknemers in de culturele sector zorgelijk is;
- Vanuit de wens om de precaire situatie van kunstenaars te verbeteren door de contractpraktijk te professionaliseren, hebben partijen besloten een beloningsrichtlijn te ontwikkelen zodat de discussie over een passende beloning voor beeldend kunstenaars onderdeel wordt van het budget voor tentoonstellingen en andere presentaties, geen verkoopdoelstelling;
- de minister van OCW hecht grote waarde aan goede inkoop en een breed gedragen beloningsrichtlijn om de inkomenssituatie van beeldend kunstenaars te verbeteren;
Op basis hiervan verbinden de deelnemende organisaties zich ertoe onderstaand beleid toe te passen. Dit beleid heeft tot doel de praktijk van het contracteren en onderhandelen van kunstenaarshonoraria in de beeldende kunst te professionaliseren en kunstenaars te belonen voor hun werk in tentoonstellingen en andere niet-commerciële presentaties, ongeacht de vergoeding. Ook andere instellingen die met beeldend kunstenaars werken worden opgeroepen om de richtlijnen toe te passen. Dit beleid wordt gevolgd volgens de principes van 'pas toe of leg uit' en 'pas toe en leg uit' (zie hieronder).
1.De definitie
Lees hardop
Kunstinstelling: een in Nederland gevestigde publiek toegankelijke organisatie die hedendaagse beeldende kunst tentoonstelt en met als hoofdactiviteit het presenteren van beeldende kunst en/of cultureel erfgoed zonder verkoopdoelstelling.
Artiest: degene die beroepshalve werken maakt binnen de beeldende kunst.
beeldende Kunsten: hedendaagse en actuele verbeeldingsvormen van beeldend kunstenaars op een of meer van de volgende gebieden:
- tekenen, schilderen en grafiek,
- beeldhouwkunst, (sociale) beeldhouwkunst en installatiekunst,
- conceptuele kunst, performance art, artistiek onderzoek,
- niet-traditionele vormen van beeldende kunst,
- Foto,
- audiovisuele kunst, digitale kunst, geluid en (nieuwe) media,
- toepassingen van schone kunsten,
- kunst in de openbare ruimte.
aannemer: de artistieke instelling en de kunstenaar die in het kader van een tentoonstelling een akkoord bereiken over het werk van de kunstenaar.
artiestenvergoeding: vergoeding voor werk en onkostenvergoeding overeengekomen tussen de contractanten in het kader van een tentoonstelling.
Nieuwe baan: Werk ontwikkeld door de kunstenaar in opdracht van of namens de kunstinstelling en/of werk van de kunstenaar geselecteerd door de curator, dat niet eerder in een voor publiek toegankelijke tentoonstelling is getoond.
bestaande baan: Werk dat geen aanpassing behoeft en al in een openbare tentoonstelling te zien was.
Aanpassing van bestaand werk: Werk dat niet valt in de categorieën nieuw werk of bestaand werk. Dit kunnen bijvoorbeeld bestaande werken zijn die gereviseerd moeten worden of werken om een installatie aan te passen aan de grootte van de tentoonstellingsruimte.
activiteiten: een breed scala aan activiteiten, naast de productie van een kunstwerk, gerelateerd aan de organisatie van een evenement of tentoonstelling, inclusief eventuele gastcuratie.
solo tentoonstelling: een tentoonstelling van werken van een kunstenaar.
dubbel gevaar: een tentoonstelling van werken van twee kunstenaars die samen optreden.
groepstentoonstelling: een tentoonstelling van werken van twee of meer kunstenaars.
2.Beloning
Lees hardop
Over het algemeen
In het geval van artiestenhonoraria worden prijzen toegekend voor vier deelprestaties:
- de productie van nieuw werk en/of bewerking van bestaand werk (werk),
- activiteiten (werk) in het kader van de productie van werken voor een tentoonstelling,
- activiteiten voor een evenement of tentoonstelling (werk),
- Stel werken van de kunstenaar beschikbaar voor een tentoonstelling (gebruik).
Gestandaardiseerde beloningswaarden
De gestandaardiseerde beloningswaarden zijn minimumwaarden die voortvloeien uit een vooronderzoek uitgevoerd door SiRM/PPCM in opdracht vanBKNL. Van deze waarden kan het minimum worden onderhandeld. De vergoedingsbedragen staan in een tabel in bijlage 1.
Uniforme beloningsbedragen voor deelprestaties (1), (2) en (4) zijn gebaseerd op het wettelijk minimumloon. De waarden worden jaarlijks geïndexeerd. De laatst geïmplementeerde indexering is 1 januari 2022.
De in bijlage 1 genoemde waarden zijn exclusief omzetbelasting voor een levering waarover omzetbelasting is verschuldigd. De minimumwaarden dienen als leidraad voor artistieke instellingen met een jaaromzet tot 500.000. De verwachting is dat musea en presentatie-inrichtingen met een omzet van 500.000 euro of meer de vergoedingswaarden passend en in overleg met de kunstenaars verhogen. Hierbij geldt het “pas toe of leg uit”-principe.
Voor deelpresentaties (1), (2) en (4) geldt een vergoedingssysteem met uniforme en uniforme minimumwaarden per kunstenaar en per tentoonstelling, voor tentoonstellingen en andere niet-commerciële presentaties, ongeacht onkostenvergoeding, als richtlijn.
Voor tentoonstellingen met combinaties van "nieuw werk", "bestaand werk" of "aangepast bestaand werk" bepaalt de best betalende categorie de minimumbedragen die aan de kunstenaar moeten worden betaald.
Bij gedeeltelijke betaling (3) wordt een variabele beloning toegepast die overeenkomt met het salaris (inclusief vakantiedagen en toeslag werkgeverslasten) van een werknemer met een vergelijkbare functie werkzaam bij de kunstinstelling.
productie snelheid
Voor deeldiensten (1) en (2) geldt een gestandaardiseerd productietempo (workload) per display.
gebruikskosten
Voor deeldiensten (4) geldt een uniform maandelijks gebruikstarief. De gebruiksvergoeding wordt toegekend voor minimaal 1 maand en maximaal 24 maanden.
Dubbel- en groepstentoonstellingen
De productievergoeding en de gebruiksvergoeding voor dubbel- en groepstentoonstellingen zijn afgeleid van de premies voor individuele tentoonstellingen.
3.groei cursus
Lees hardop
Om een soepele en geleidelijke implementatie van de richtlijn te waarborgen, is een overgangsperiode tussen 2017 en 2020 gehanteerd, beginnend met minimaal 50% van de minimumwaarden. Instellingen met een omzet van minimaal € 500.000 dienen minimaal 70% van het minimumbedrag te betalen. Vanaf 2021 moet de artiestenvergoeding minimaal op het door de richtlijn voorgeschreven minimumniveau liggen. Dit betekent dat instellingen die zich committeren aan de richtlijn minimaal 100% van de minimumbedragen moeten betalen.
4.Toepassen of uitleggen en toepassen en uitleggen
Lees hardop
Hierbij komt de richtlijn met de aangepaste formulering overeen met de uitgangspunten van deGovernance-Code-Cultuur.
Degenen die vanwege de aard of omvang van hun organisatie willen afwijken van het Artiestenvergoedingenbeleid, kunnen dit doen. In het kader van verantwoording en transparantie is het van belang dit te kunnen uitleggen. Vandaar het principe: "Pas toe of leg uit". Ook als de richtlijn wordt toegepast, is het belangrijk om de contractpartner voldoende te informeren over de implementatie. Vandaar het "Pas toe en leg uit"-principe.
5.controlelijst
Lees hardop
Aannemerscontracten opstellen en vastleggen, acontrolelijstgemaakt als leidraad en leidraad bij contractonderhandelingen. De checklist is opgenomen in bijlage 2.
6.toezicht houden
Lees hardop
De effectiviteit van het beleid en de uitvoeringsaspecten worden door de BKNL gemonitord en geëvalueerd. De elementen die aan bod komen zijn: de vraag hoe de wegwijzer, de rekenmachine en de checklist te gebruiken, wat zijn de financiële consequenties voor de instellingen en voor de inkomsten van de beeldend kunstenaars, de reflecties in het aantal tentoonstellingen, de normatieve Basissen, de selectie-instellingen en het effect van procentuele groei. ZienHiervoor de laatste beoordeling (april 2018).
7.Bijlagen
Lees hardop